Of je nu een gelegendheidskampeerder bent of een liefhebber van het buitenleven die gewend is zomer en winter op pad te gaan, je tent is een van de belangrijkste onderdelen van je uitrusting die je meeneemt op je avontuur. Een goede tent beschermt je tegen regen en wind, zorgt voor schaduw, houdt vervelende muggen en campingbeestjes op afstand en biedt privacy op een drukke camping. Het is ook een van de duurste spullen die je koopt. Je wilt hem dus zo lang mogelijk in goede staat houden.
De meeste tentfabrikanten schatten een levensduur van vijf tot tien jaar voor hun tenten. Maar met de juiste zorg en onderhoud kun je minstens 15 jaar van je tent genieten.
Dit is wat je moet weten om je tent lang mee te laten gaan, van het opzetten tot het afbreken.
Voor het opzetten van de tent
Een schone plek. Zoek een relatief horizontale plek zonder veel kuilen en bobbels om je tent op te zetten. Maak de gekozen plek schoon. Verwijder stenen, takken, dennenappels en alle andere rommel. Anders eindig je met perforaties in de footprint en tentvloer.
Bomen. Veel bomen, denk aan bijvoorbeeld aan berken of harshoudende bomen, produceren een kleverig spul dat op je tent drupt. En uiteraard zet je je tent niet onder een boom vol met dood hout.
Gebruik een footprint. Een footprint, ook wel een grondzeil genoemd, is een lichtgewicht doek met ongeveer dezelfde vorm en grootte als je tent. Deze leg je onder de tent als extra barrière tussen de tent en de grond.
Tentfabrikanten leveren meestal een footprint die precies op maat is voor een specifieke tent. Deze grondzeilen zijn relatief duur maar verlengen de levensduur van je, nog duurdere, tent aanzienlijk. Je kunt ook werken met een goedkoper generiek zeil of, dik, plastic. Zorg er wel voor dat het zeil niet uitsteekt buiten de buitentent. Anders loopt het water zo onder je tent.
Vermijd zonlicht. UV straling is een grote factor in het verouderingsproces van je tent. Op termijn valt je doek uit elkaar onder invloed van zonlicht. Zonlocht mijden vaak niet praktisch, maar als het kan zet je tent in de schaduw of wacht met opzetten tot de zon verdwenen is.
Gebruik van je tent
Ritsen. Tenten hebben lange risten. En bij een lichtgewicht tent zijn het meestal niet de meest stevige uitvoeringen. Rits je tent beheerst open en dicht. Forceer de rits niet en maak het pad van de rits vrij met je vinger. Zo voorkom je dat de zipper tentdoek hapt.
Schoenen uit. Schoenen zijn lomp, hard en vies. Maak er een gewoonte van je schoenen buiten de tent te laten. Of je ze aan hebt of niet.
Eten. Bewaar het eten niet in de tent. Dit is echt een issue als je in gebieden met beren op pad bent. Maar al zijn ze niet levensbedreigend, kleine knagers kunnne ook je tent slopen.
Poep. Verwijder vogelpoep zo snel mogelijk van je tent. Het is nogal agressief spul.
Inpakken en opbergen van de tent
Uitvegen. Uiteraard neem je geen bezem mee op je lichtgewicht tocht. Maar de binnentent vrij maken van mee naar binnen genomen rommel of een vergeten vork, voorkomt beschadiging bij het oprollen.
Oprollen. Je hebt rollers en proppers. Het idee achter het in de tas proppen van de tent is dat je geen vouwlijnen een de belasting op het doek elke keer anders is. In de praktijk blijkt het weinig uit te maken.
Schoonmaken. Wellicht niet na elke, korte, trip maar thuisgekomen maak je je tent schoon. Neem het doek of met een vochtige lap. Verzorg de risten. Maak de stokken en haringen schoon.
Aan de lucht drogen. Droog je tent altijd aan de lucht, nooit in een droger. Pak een tent nooit voor langere tijd nat in.
Losjes opbergen. Berg je tent niet strak opgevouwen in zijn foedraal op. Stop de tent in een kussensloop op dekbedhoes. Zorg dat de tent 100% droog is. Heb je geen droge ruimte berg de tent dan op in een ruime luchtdichte bak.
